ANTWOORDEN BIJZONDERE WETTEN

Zakboek Strafvordering voor de HulpOvJ hoofdstuk 11
of
Zakboek Strafvordering en Strafrecht voor de Opsporingsambtenaar hoofdstuk 10

Auteursrechten voorbehouden www.zakboekenpolitie.com

  1. Het juiste antwoord is b.

Zakboek hulpOvJ 11.1.
Zakboek opsporingsambtenaar 10.1.

  1. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.1.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.1.
  2. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.2.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.2.
  3. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.2.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.2.
  4. Het juiste antwoord is b.

    Alternatief d is onzin.

    Zakboek hulpOvJ 11.4.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.4.
  5. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.2.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.2.
  6. Het juiste antwoord is c.

    Zie art. 160 WVW, lid 4 en lid 5.

    Zakboek hulpOvJ 11.7.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.7.
  7. Het juiste antwoord is b.

    Zie art. 163 WVW

    Zakboek hulpOvJ 11.7.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.7.
  8. Het juiste antwoord is b.

    Ingevolge art. 10 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer wordt het ademonderzoek niet eerder verricht dan twintig minuten nadat de verdachte is gevorderd zijn medewerking te verlenen aan het voorlopig ademonderzoek of, indien die vordering niet is gedaan, binnen twintig minuten na het eerste contact tussen de opsporingsambtenaar en de verdachte dat aanleiding was om de verdachte te bevelen zijn medewerking te verlenen aan het ademonderzoek.
    Als beginpunt van de 20 minutentermijn geldt het moment waarop verdachte is gevorderd zijn medewerking te verlenen aan de voorlopige ademanalyse. Als eindpunt van de genoemde termijn geldt het 1e tijdstip vermeld op het analyserapport. Als de vordering voorlopige ademanalyse zoals in de vraagstelling om 02.09 uur is geweest en de ademanalyse om 02.29 uur is afgenomen, is niet met zekerheid vast te stellen dat er tussen beide tijdstippen wel 20 minuten verlopen zijn (omdat het tijdsverloop meestentijds niet in seconden is vastgelegd) en kan dat leiden tot vrijspraak! Beter ware het in dit geval dus om op zijn vroegst om 02.30 uur met de ademanalyse aan te vangen.

    ‘Vorderen’ omvat ook ‘vragen/verzoeken’.

    Ingevolge art. 10 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer kan het ademanalyseapparaat worden verricht door een opsporingsambtenaar als bedoeld in art. 1 onder a van dat besluit (speciale aanwijzing niet nodig).

    Zakboek hulpOvJ 11.10.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.10.
  9. Het juiste antwoord is d.

    Zie voor alle gevallen waarin het rijbewijs ingevorderd kan en soms zelf moet worden art. 164 WVW lid 2 (in meer gevallen dan in vraag 10 vermeld staan!).

    Zakboek hulpOvJ 11.10 (art. 164 WVW).
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.10 (art. 164 WV).
  10. Het juiste antwoord is a.

    Zakboek hulpOvJ 11.13
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.13.
  11. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.15.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.14.
  12. Het juiste antwoord is a.

    Zakboek hulpOvJ 11.16.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  13. Het juiste antwoord is b.

Zakboek hulpOvJ 11.16.
Niet in zakboek opsporingsambtenaar.

  1. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.16.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  2. Het juiste antwoord is b.

    Zakboek hulpOvJ 11.16.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  3. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 11.16.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  4. Het juiste antwoord is b.

    Ook tegen een verdachte mogen controlebevoegdheden worden toegepast. Mits bij aanwending van die bevoegdheden de aan deze als zodanig toekomende waarborgen in acht worden genomen (met name de cautie). Besturen van een spoorvoertuig onder invloed van alcoholhoudende drank is inderdaad strafbaar gesteld (evenals varen en vliegen).

    Zakboek hulpOvJ 11.3 en 11.17.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.3 en 10.16.
  5. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 11.19 en 11.20 (art. 49 WWM en jurisprudentie).
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.18 en 10.19 (art. 49 WWM en jurisprudentie).
  6. Het juiste antwoord is b.

    Dit gaat helaas nogal eens mis in de dagelijkse opsporingspraktijk.

    Zakboek hulpOvJ 11.21.
    Zakboek opsporingsambtenaar 10.20.

 

TOT SLOT: TEL UW AANTAL FOUTEN.
0 fout  = 10

1 fout = 9.5

2 fout = 9

3 fout = 8.5

4 fout = 8

5 fout = 7

6 fout = 6.5

7 fout = 6

8 fout = 5.5

9 fout = 5

10 fout = 4.5

11 fout = 4

12 fout = 3.5

13 fout = 3.5

14 fout = 3

15 fout = 3

16 fout = 2.5

17 fout = 2

18 fout en meer = 0

 

Heeft U fouten in de vragen of de beantwoording gevonden?
Heeft U tips over de vragen of heeft U tips voor andere meerkeuze vragen?
Mail graag naar webmaster@zakboekenpolitie.com.