ANTWOORDEN BIJZONDERE OPSPORINGSBEVOEGDHEDEN

Zakboek Strafvordering voor de HulpOvJ hoofdstuk 9
of
Zakboek Strafvorderingen en Strafrecht voor de Opsporingsambtenaar hoofdstuk 8

Auteursrechten voorbehouden www.zakboekenpolitie.com

 

  1. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 9.1.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.1.
  2. Het juiste antwoord is b.

    Stelling I: Sv bevat geen allesomvattende opsomming van (bijzondere) opsporingsbevoegdheden. Opsporingshandelingen die geen inbreuk op enig grondrecht inhouden, gebaseerd kunnen worden op bestaande artikelen als art. 3 van Politiewet en de artikelen 141 en 142 Sv.
    Stelling II: de meeste bijzondere opsporingsbevoegdheden kunnen alleen op bevel van de OvJ worden toegepast. Geen tussenkomst van de OvJ of RC is vereist voor het vorderen van bepaalde (tele)comgegevens (zie Sv HulpOvJ 9.14), bepaalde identificerende gegevens (zie Sv HulpOvJ 9.19) en bepaalde terreurbevoegdheden (zie Sv HulpOvJ 9.21)

    Zakboek hulpOvJ 9.1.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.1.
  3. Het juiste antwoord is d.

    Stelling I: alleen bepaald genoemde opsporingsbevoegdheden moeten aan de Centrale toetsingscommissie OM voorgelegd worden.
    Stelling II: alleen de verdenking van het beramen van een misdrijf is onvoldoende. Voor die toepassing is tevens vereist:
    - een misdrijf als omschreven in art. 67,1 Sv
    - dat gezien zijn aard of samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert.

    Zakboek hulpOvJ 9.2 en 9.4.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.2 (stelling II niet in zakboek).
  4. Het juiste antwoord is c.
    1. Een bevel tot observatie kan voor een periode van ten hoogste drie maanden verleend worden.
    2. Een bevel tot observatie kan telkens voor een termijn van ten hoogste drie maanden worden verlengd.
    3. Een bevel tot observatie ter zake een overtreding is inderdaad niet mogelijk.
    4. Een bevel tot observatie mag bij dringende noodzaak mondeling gegeven worden.


Zakboek hulpOvJ 9.6.
Zakboek opsporingsambtenaar 8.3.

  1. Het juiste antwoord is b.

    Zakboek hulpOvJ 9.6. en 9.1.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.3 en 8.1.
  2. Het juiste antwoord is d.

    Art. 126g en 126o spreken over ‘een persoon’. Ook niet-verdachten mogen worden geobserveerd.
    De wettelijke regels voor observatie gelden alleen voor het observeren van personen. Let wel op dat zaken worden geobserveerd die zich steeds in samenhang met een persoon verplaatsen (bijv. koffers, smartphones of een auto), de observatie inbreuk kan maken op het recht op de persoonlijke levenssfeer van die persoon. In dat geval is de observatie van de zaak zozeer verbonden met de observatie van die persoon, dat zij daar niet los van kan worden gezien en is art. 126g of art. 126o Sv van toepassing.
     
    Zakboek hulpOvJ 9.6.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.3.
  3. Het juiste antwoord is c.

    Voor het antwoord op de vraag of er sprake is van stelselmatige observatie is een aantal elementen van belang: de duur, de plaats, de intensiteit of frequentie en het al dan niet toepassen van een technisch hulpmiddel dat méér biedt dan alleen versterking van de zintuigen. En niet of er sprake is van statische of dynamische observatie of de inzet van een observatieteam. Een normale surveillance zal geen vorm van stelselmatige observatie zijn. Ook het oppervlakkig in de gaten houden van bijv. een groep jongeren zal doorgaans geen stelselmatige observatie opleveren.

    Zakboek hulpOvJ 9.6.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.3.
  4. Het juiste antwoord is a.

    Zakboek hulpOvJ 9.9.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  5. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.19.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.7.
  6. Het juiste antwoord is a.

    De wet bevat géén bevoegdheid tot pseudoverkoop.

    Zakboek hulpOvJ 9.10.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.6.
  7. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 9.10.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.6.
  8. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.11.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  9. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.12.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  10. Het juiste antwoord is b.

    Zakboek hulpOvJ 9.13.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  11. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.14.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  12. Het juiste antwoord is c.

    Met name dat het onderzoek de tap dringend moet vorderen wordt wel eens over het hoofd gezien.

    Zakboek hulpOvJ 9.14.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  13. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 9.14.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  14. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.14.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  15. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.19.
    Zakboek opsporingsambtenaar 8.7.
  16. Het juiste antwoord is a.

    Zie art. 126cc en 126dd.

    Zakboek hulpOvJ 9.24.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  17. Het juiste antwoord is c.

    Stelling II: zie art. 4 besluit bewaren en vernietigen niet gevoegde stukken:
    1. De opsporingsambtenaar die door de uitoefening van één van de bevoegdheden, genoemd in de titels IVa tot en met Vc Sv (MH: niet beperkt tot tap dus), kennisneemt van mededelingen waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze zijn gedaan door of aan een geheimhouder, stelt hiervan de OvJ onverwijld in kennis. Zie het zakboek voor lid 2 en 3 (vervolgtraject).

    Een reclasseringswerker is een professioneel verschoningsgerechtigde.

    Voeg dus nóóit in beslag genomen voorwerpen of andere processtukken (tap, enz.) afkomstig van mogelijk (afgeleid) professioneel verschonings-gerechtigden, journalisten of publicisten bij het procesdossier zonder uitdrukkelijke toestemming van de OvJ. Gebruik dit soort info vóór de voeging ook niet zonder toestemming van de OvJ, ook niet als ‘sturingsinfo’ of binnen het verhoor van een verdachte of getuige (zie hiervoor ook 9.16).

    Handelen in strijd met voornoemde regelgeving (en bijbehorende jurisprudentie) kan leiden tot bewijsuitsluiting en mogelijk zelfs tot niet ontvankelijkheid (einde zaak)!! Zie uitgebreid het zakboek!

    Zakboek hulpOvJ 9.16 en 9.22.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  18. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 9.22.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  19. Het juiste antwoord is b.

    Zakboek hulpOvJ 9.23.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  20. Het juiste antwoord is d.

    Zakboek hulpOvJ 9.25.
    Niet in zakboek opsporingsambtenaar.
  21. Het juiste antwoord is c.

    Zakboek hulpOvJ 9.21.
    Zakboek opsporingsambtenaar 9.21.
     

 

TOT SLOT: TEL UW AANTAL FOUTEN.
0 fout  = 10

1 fout = 10

2 fout = 9.5

3 fout = 9

4 fout = 8.5

5 fout = 8

6 fout = 7.5

7 fout = 7

8 fout = 6.5

9 fout = 6

10 fout = 5.5

11 fout = 5

12 fout = 5

13 fout           = 4.5

14 fout = 4

15 fout = 3.5

16 fout = 3.5

17 fout = 3

18 fout = 2.5

19 fout           = 1.5

20 fout = 1

21 fout = 0.5

22 fout en meer = 0

Heeft U fouten in de vragen of de beantwoording gevonden?
Heeft U tips over de vragen of heeft U tips voor andere meerkeuze vragen?
Mail graag naar webmaster@zakboekenpolitie.com.