-
De laatst
verwerkte actualiteiten worden met blauwe tekst weergegeven.
-
De actualiteiten
worden ook verwerkt in de digitale edities van de zakboeken op Navigator (online
informatieportal van WoltersKluwer voor juridische, fiscale, financiële en
overheidsprofessionals), vrij bereikbaar voor o.m.
politie en rechterlijke macht.
-
Zie voor
verkrijgbaarheid van de zakboeken de WoltersKluwerShop.
Wet- en regelgeving
4.7 Art. 285d Sr (doxing: strafbaarstelling
van gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden) genoemd als
vh-misdrijf (wetsvoorstel). Zie voor bespreking wetsvoorstel doxing hierna
onder Zakboek Strafrecht voor de HulpOvJ.
Jurisprudentie
3.35 Optreden op basis van art. 3
Politiewet 2012. Ter beveiliging vergezellen gemeenteambtenaar
ter controle vergunningsvoorwaarden (waarbij hennepkwekerij ontdekt werd). Hof
Arnhem-Leeuwarden 13-02-23, ECLI:NL:GHARL:2023:1253.
3.57 Demonstratierecht / dwangmiddelen / vervolging /
art. 10 en 11 EVRM en art. 94 Grondwet. Lokaalvredebreuk
in de vorm van vreedzame demonstratie. Gelet op schending van art. 10 en 11
EVRM (vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging) en art. 94
Grondwet (toetsing aan verdragen) dient de strafbepaling buiten toepassing te
blijven. Ontslag van alle rechtsvervolging. Hof Arnhem-Leeuwarden 16-02-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
4.13 Disproportioneel ophouden voor
onderzoek. Lokaalvredebreuk in de vorm van een vreedzame
demonstratie. 4,5 uur ophouden voor verhoor en strafrechtelijke vervolging
disproportionele reactie. Hof Arnhem-Leeuwarden 16-02-23,
ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
4.45 Gedragsaanwijzing OvJ. Verwijzing
naar voorbeelden waarbij resp. wel en niet werd voldaan
aan wettelijke vereisten. Rb Den Haag 28-02-23, ECLI:NL:RBDHA:2023:2284
(opruiing blokkade A12) en Rb Den Haag 28-02-23, ECLI:NL:RBDHA:2023:2286.
6.6 Verbeurdverklaring /
onttrekking aan het verkeer (art. 13a Opiumwet). Art. 13a Opiumwet biedt geen zelfstandige of aanvullende grondslag voor
verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de in lijst I of II
bedoelde middelen in gevallen waarin de bepalingen van Sr verbeurdverklaring of
onttrekking aan het verkeer niet toelaten. HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:231.
6.7 Onttrekking aan
het verkeer / verborgen ruimte (art. 36c Sr)
- Uit
de voorwaarde 'dat de betreffende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het
ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen
belang volgt dat het moet gaan om een voorwerp waarvan de aard relevant is in
die zin dat het ongecontroleerde bezit, al dan niet in samenhang met het
redelijkerwijs te verwachten gebruik daarvan, juist in verband met die aard, in
strijd is met de wet of het algemeen belang'. HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:225.
-
Voor onttrekking aan het verkeer van een voertuig met een
verborgen ruimte moet vast komen te staan dat er een relatie is met een
concreet strafbaar feit (alleen het aanwezig zijn van zo'n verborgen ruimte is
onvoldoende). De omstandigheden dat het een feit van algemene bekendheid is dat
dergelijke verborgen ruimtes veelal worden gebruikt voor criminele doeleinden,
zoals het vervoer van drugs, geld en/of vuurwapens, is onvoldoende. HR
25-01-22, ECLI:NL:HR:2022:37.
6.19 Ontneming: methode van extrapolatie. Bij schatting wederrechtelijk voordeel over langere
periode mag gebruik gemaakt worden van vaststellingen over omvang
wederrechtelijk voordeel gedurende kortere periode (referentieperiode). Bij
betwisting moet rechter schatting wederrechtelijk verkregen voordeel motiveren. HR 21-02-23, ECLI:NL:HR:2023:244.
6.20 Schatting
wederrechtelijk verkregen voordeel. Uit de enkele omstandigheid dat de betrokkene is veroordeeld
voor het aanwezig hebben van cocaïne kan niet zonder meer worden afgeleid dat
hij uit dat feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. HR 18-04-23,
ECLI:NL:HR:2023:631.
9.2 Centrale toetsingscommissie. Als in een woning
afluisterapparatuur is geplaatst zonder dat blijkt dat de CTC advies heeft
uitgebracht en zonder dat blijkt van de vereiste goedkeuring van het College
van PG's, is daarvan niet het gevolg dat het recht op een eerlijk proces (art.
6 EVRM) is geschonden, en ook niet dat sprake is van een zodanig ernstige
schending van een ander strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel dat
bewijsuitsluiting noodzakelijk is. 'Daarvoor is van belang dat het door de
verdediging gestelde vormverzuim betrekking heeft op interne besluitvorming die
voorafgaat aan het door het OM toepassen van wettelijke bevoegdheden die
verband houden met het opnemen van vertrouwelijke communicatie'. HR 28-03-23,
ECLI:NL:HR:2023:479.
9.18 Als
zich tussen de met inzet van art. 126ng/ug Sv verkregen gegevens mogelijke
geheimhoudersgegevens bevinden, dient de selec-tie/filtering en beoordeling
daarvan plaats te vinden door de RC. Het OM had met toepassing van art. 126ng/ug Sv een grote hoeveelheid
e-mailberichten van de verdachten via een e-mailprovider verkregen. Tussen deze
e-mailberichten bevond zich ook correspondentie tussen verdachte(n) en
advocaten. Het verschoningsrecht van de advocaten was volgens het Hof aldus op
structurele wijze geschonden. De Staat erkende dat er fouten waren ge-maakt,
maar noemde deze incidenteel en per ongeluk gemaakt. Volgens de Staat is de
huidige werkwijze die het OM hanteert in overeenstemming met de wet en is het
verschoningsrecht voldoende gewaarborgd. Deze uitleg van art. 126aa Sv kan
volgens het Hof niet worden gevolgd, omdat die uitleg niet aansluit bij de
overige regelgeving en jurisprudentie over het verschoningsrecht. Bovendien
biedt die uitleg onvoldoende waarborgen om te voorkomen dat het verschoningsrecht
in het gedrang komt. 'Het Hof zal hierover prejudiciële vragen stellen aan de HR, omdat het hier gaat om een
fundamenteel rechtsbeginsel en dit bij de uitoefening van
opsporingsbevoegdheden door het OM van belang kan zijn in vele (lopende) strafzaken.
Vanwege deze grote reikwijdte ziet het Hof ook aanleiding om een voorlopige
maatregel te treffen in afwachting van beantwoording van de vragen door de HR:
o bij de vordering tot het aanvragen van een
machtiging aan de RC voor de inzet van de opsporingsbevoegdheden uit art.
126ng/ug Sv, dient in het pv vermeld te worden of zich naar verwachting
mogelijke geheimhoudersgegevens tussen de te vorderen gegevens bevinden;
o indien zich naar verwachting tussen de met de
inzet van art. 126ng/ug Sv verkregen gegevens mogelijke geheimhoudersgegevens
bevinden, dient de selectie/filtering en beoordeling daarvan plaats te vinden
door de RC;
o indien bij de met de inzet van art. 126ng/ug
Sv verkregen gegevens op mogelijke geheimhoudersgegevens wordt gestuit dient de
selectie/filtering en beoordeling daarvan plaats te vinden door de RC.
Hof 's-Hertogenbosch 02-05-23,
ECLI:NL:GHSHE:2023:1329 (kort geding).
9.29 Opsporingsonderzoek op internet
/ social media (monitoren van diverse Sociale Media op
internet). Er staat geen rechtsregel in de weg aan het bekijken van openbare
bronnen op sociale media. Als dit gebeurt door de in art. 141 Sv bedoelde
personen dan biedt art. 3 Politiewet daartoe ook een toereikende wettelijke
grondslag. Hof 's-Hertogenbosch 25-01-23, ECLI:NL:GHSHE:2023:216.
10.4 Afdreiging (art. 318 Sr) en klachttermijn. 'Gelet op de aard van de feiten en de
voortdurende periode van intimidatie en manipulatie, alsmede het algemene
gegeven dat een verdachte geen profijt dient te hebben van een regeling die
strekt ter bescherming van de rechten van slachtoffers, gaat het Hof in het
onderhavige geval uit van een aanvang van de termijn op het moment waarop de
aangevers zijn benaderd door de politie'. Hof Den Haag
28-03-23, ECLI:NL:GHDHA:2023:529.
11.3 Etnisch profileren. 'De KMar is belast met het Mobiel
Toezicht Veiligheid (MTV). Het MTV heeft ten doel het bestrijden van illegaal verblijf
na grensovergang. In dat kader kan de KMar personen die net de Nederlandse
grens zijn gepasseerd staande houden om hen te vragen naar hun identiteit,
nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. De KMar selecteert de personen
die zij aan zo’n controle onderwerpt aan de hand van een aantal wisselende
indicatoren. In bepaalde gevallen hanteert de KMar als indicator ook
persoonlijkheidskenmerken die gebaseerd zijn op ras of etniciteit (zoals
huidskleur). Dat doet de KMar steeds in combinatie met andere indicatoren en
alleen als het noodzakelijk is. (...). Het Hof is van oordeel dat de
KMar onderscheid maakt op grond van ras of etniciteit. Gezien de ernstige
gevolgen van onderscheid op grond van ras of etniciteit mag dat onderscheid
alleen worden gemaakt als daar bijzonder zwaarwegende redenen voor zijn.
Dergelijke zwaarwegende redenen heeft de Staat niet aangetoond. Dit betekent
dat de KMar zich schuldig maakt aan discriminatie op grond van ras en dat is
verboden. Het Hof verbiedt de Staat dan ook om bij de uitvoering van
MTV-controles selectiebeslissingen te nemen die (mede) gebaseerd zijn op ras'.
Hof Den Haag 14-02-23, ECLI:NL:GHDHA:2023:173. Inmiddels is instructie aan de
KMar gegeven dat geen gebruik mag worden gemaakt van etnische kenmerken (ook niet
in uitzonderlijke gevallen). Kamerstukken 30950, 328.
11.16 Art. 17 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer strikte
waarborg (schriftelijk in kennis stellen verdachte van
resultaat bloedonderzoek en recht op tegenonderzoek). 'De enkele omstandigheid
dat bij dit schriftelijk in kennis stellen de in art. 17 Besluit genoemde
termijn van een week is overschreden, brengt echter niet met zich dat die strikte
waarborg niet is nageleefd. De overschrijding van die termijn leidt immers niet
tot aantasting van de betrouwbaarheid van het onderzoek zoals bedoeld in
artikel 8 lid 5 WVW 1994, tenzij vast komt te staan dat als gevolg van de
termijnoverschrijding de verdachte geen reële mogelijkheid meer heeft gehad om
het tegenonderzoek te doen uitvoeren'.
HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:180.
Nieuwe paragraaf
3.57 Demonstratierecht / dwangmiddelen / vervolging /
art. 10 en 11 EVRM.
Wet- en
regelgeving
14.12 Wetsvoorstel doxing (art. 285d
Sr: strafbaarstelling van gebruik persoonsgegevens voor intimiderende
doeleinden).
Zie voor de tekst met bespreking Zakboekenpolitie/Doxing.html
Jurisprudentie
4.5 Zwaar lichamelijk letsel. Tinnitus
(oorsuizen), vermoedelijk perma-nent. Hof 's-Hertogenbosch 31-10-22, ECLI:NL:GHSHE:2022:3739,
Hof Arnhem-Leeuwarden 28-09-22, ECLI:NL:GHARL:2022:9877 en Rb Amsterdam
12-04-23, ECLI:NL:RBAMS:2023:2189.
5.2 Opruiing
Vrijheid van
meningsuiting (art. 131 Sr). Oproep tot deelname aan verboden
demonstraties en opruiing tot moord Minister-president. Resp. Rb Rotterdam
20-01-23, ECLI:NL:RBROT:2023:259 en Hof 's-Hertogenbosch 25-01-23,
ECLI:NL:GHSHE:2023:216.
Openbaarheid. Het
enkele feit dat er op enig moment veertien actieve deelnemers in een
Whatsapp-groep aanwezig waren is onvoldoende om te kunnen spreken van
openbaarheid. Hof Arnhem-Leeuwarden 20-01-23, ECLI:NL:GHARL:2023:528.
5.13 Demonstratierecht /
dwangmiddelen / vervolging / art. 10 en 11 EVRM en art. 94 Grondwet. Lokaalvredebreuk in vorm van vreedzame demonstratie. Gelet op schending
van art. 10 en 11 EVRM (vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging)
en art. 94 Grondwet (toetsing aan verdragen) dient strafbepaling buiten
toepassing te blijven. Ontslag van alle rechtsvervolging. Hof Arnhem-Leeuwarden
16-02-23, ECLI:NL:GHARL:2023:1359.
5.16 Computervredebreuk (art. 138ab)
-
Verdachte (die nog student
recherchekundige was) is uitgegaan van een te ruime taakopvatting. Verdachte
heeft mogelijk in disciplinair opzicht de interne regels overtreden, maar dat
betekent niet automatisch dat hij ook in strijd heeft gehandeld met art. 138ab
Sr. Wederrechtelijkheid van handelen verdachte niet wettig en overtuigend
bewezen aangezien niet met voldoende zekerheid vastgesteld kon worden (ondanks
een zeer uitgebreid (intern) onderzoek en de inzet van zeer ingrijpende
opsporingsmethoden jegens verdachte) dat de door verdachte gedane bevragingen
zijn gedaan met een ander doel dan de door hem veronderstelde legitieme
politietaak. Hof Arnhem-Leeuwarden 31-01-23, ECLI:NL:GHARL:2023:1155.
-
Van
binnendringen (met behulp van een valse sleutel) is sprake wanneer de toegang
tot een geautomatiseerd werk wordt verschaft tegen de onmiskenbare wil van de
rechthebbende. HR 18-04-23, ECLI:NL:HR:2023:610.
9.8 Misbruik identificerende
persoonsgegevens. Op naam van een ander en zonder diens
instemming een account aanmaken, waarna die ander op dat account in een kwaad
daglicht wordt gesteld met reputatieschade als gevolg. HR 11-04-23, ECLI:NL:HR:2023:531.
10.13 Misbruik kwetsbare positie minderjarige (art. 248 lid 3 Sr:
strafverzwaring bepaalde zedenmisdrijven). De enkele omstandigheid dat
het feit is gepleegd tegen een minderjarige brengt nog niet mee dat deze
strafverzwarende omstandigheid van toepassing is. HR 04-04-23,
ECLI:NL:HR:2023:486.
14.7 Stealthing geen verkrachting wel dwang (art. 284 Sr). Verdachte had
tijdens de seks stiekem condoom afgedaan en vervolgens gepenetreerd, terwijl
slachtoffer hem voorafgaand aan de seks had laten weten dat zij geen seks met
hem wilde zonder gebruik condoom (stealthing). Vrijspraak art. 242 Sr
(verkrachting) want seksueel binnendringen zonder condoom als extensieve
wetsinterpretatie van art. 242 Sr in strijd met legaliteitsbeginsel.
Bewezenverklaring 284 Sr (dwang) want verdachte heeft door onverhoeds handelen
het slachtoffer gedwongen iets te dulden, namelijk seksueel binnendringen van
slachtoffer zonder condoom. Rb Rotterdam 14-03-23, ECLI:NL:RBROT:2023:2092.
14.8 Geen bedreiging (art. 285 Sr). Gelet op concrete omstandigheden dat
verdachte in psychiatrisch ziekenhuis was opgenomen en bedreigende taal 'in
haar emotionele geestelijke toestand' respectievelijk 'in haar ontregelde
geestelijke toestand' had geuit. HR 24-01-23, ECLI:NL:HR:2023:91 (met noot
Machielse in NJ 2023/89).
14.10 Belaging, ondanks korte periode (art. 285b Sr). Berichten van zeer dreigende aard, die kort na elkaar werden verzonden
en steeds indringender werden.HR 10-01-23, ECLI:NL:HR:2023:4.
16.5 Strafverzwarende omstandigheden mishandeling: kind dat hij
verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin (art. 304 Sr). De opvatting dat vereist is dat verdachte feitelijk de zorg en opvoeding
van het kind op zich heeft genomen in die zin dat hij op enige wijze zorgde
voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind en/of
de ontwikkeling van diens persoonlijkheid bevorderde is in haar algemeenheid
onjuist. HR 14-02-23, ECLI:NL:HR:2023:222.
21.2 Vernieling
(art. 350 Sr). Ook een goed dat al vernield
of beschadigd is kan worden vernield of beschadigd. HR 07-03-23, ECLI:NL:HR:2023:343.
24.4 Medeplegen gewoontewitwassen
van geldbedragen door computers van rekeninghouders van banken te infecteren
met 'malware' teneinde frauduleuze overboekingen te bewerkstelligen. Dat daadwerkelijke transacties met de op bankrekening van ‘moneymules’
ontvangen geldbedragen werden verricht door andere, ook tot voornoemd
samenwerkingsverband behorende verdachten, neemt niet weg dat ook de bijdrage
die verdachte aan de op deze fraude gerichte samenwerking heeft geleverd van
voldoende gewicht was om als medeplegen van witwassen van de aan ‘moneymules’
overgeboekte gelden te worden aangemerkt. HR 07-03-23, ECLI:NL:HR:2023:321.
26.19 Telen medicinale cannabis door hiv-patiënt (overmacht in de vorm van
noodtoestand). De verdachte gebruikte cannabis ter onderdrukking
van misselijkheid als bijwerking van noodzakelijke medicatie. Beroep op
overmacht in de zin van een medische noodtoestand (zie 2.12)
gehonoreerd: ontslag van alle rechtsvervolging. Hof 's-Hertogenbosch 02-02-23,
ECLI:NL:GHSHE:2023:396.
28.3 Gevaar en hinder op de weg
(art. 5 WVW 1994). Waarschuwing bandenspanning auto negeren (te
laat en niet op veilige plek tot stilstand brengen met aanrijding als gevolg). HR 10-01-23, ECLI:NL:HR:2023:21.
28.8 Besturen
tijdens OBM/ongeldigverkl./invord./enz. (art. 9 WVW 1994). De bestuurder van wie het Nederlandse rijbewijs
ongeldig is verklaard maar die daarnaast beschikt over een geldig buitenlands
rijbewijs, kan zich ook schuldig maken aan het strafbare feit van art. 9 lid 2,
eerste volzin, WVW 1994. HR 24-01-23, ECLI:NL:HR:2023:69.
-----------------------------------------